liep dooreen
- Geluid: liep dooreen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlip dorˈen / (3 lettergrepen)
- liep door·een
vervoeging van |
---|
dooreenlopen |
liep (…) dooreen
- enkelvoud verleden tijd van dooreenlopen
- Ik liep dooreen.
- Jij liep dooreen.
- Hij, zij, het liep dooreen.
- Ik liep dooreen.
- Het woord liep dooreen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.