Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·een·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dooreenlopen
liep dooreen
dooreengelopen
klasse 7 volledig

Werkwoord

dooreenlopen

  1. chaotisch door elkaar
    • De taxi stopt bij een verkeersvrije straat waar honderden mensen dooreenlopen, mannen en vrouwen, Chinezen en Afrikanen. 

Gangbaarheid