Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • liep door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorlopen

liep dóór

  1. enkelvoud verleden tijd van doorlopen
    • Ik liep door. 
    • Jij liep door. 
    • Hij, zij, het liep door. 
Opmerkingen


Gangbaarheid