• li·cen·cia·do
enkelvoud meervoud
licenciado licenciados

licenciado m

  1. (onderwijs) licentiaat, doctorandus
  enkelvoud meervoud
mannelijk licenciado licenciados
vrouwelijk licenciada licenciadas

licenciado

  1. met verlof
vervoeging van
licenciar

licenciado

  1. voltooid deelwoord (participio) van licenciar
vervoeging van
licenciarse

licenciado

  1. voltooid deelwoord (participio) van licenciarse