• le·ve·re
vervoeging van
leveren

levere

  1. aanvoegende wijs van leveren


  • le·ve·re
  • Afkomstig van het Nederduitse werkwoord leveren, dat van het Latijnse werkwoord liberare komt, dat weer van het Latijnse bijvoeglijke naamwoord liber
  • Noors werkwoord met het achtervoegsel -ere
Naar frequentie 2079
vervoeging
onbepaalde wijs levere
tegenwoordige tijd leverer
verleden tijd leverte
voltooid
deelwoord
levert
onvoltooid
deelwoord
leverende
lijdende vorm leveres
gebiedende wijs lever
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

levere

  1. overgankelijk, ditransitief leveren, afleveren
    «Varene ble levert tre dager for sent.»
    De goederen werden drie dagen te laat afgeleverd.




  • le·ve·re
  • Afkomstig van het Nederduitse werkwoord leveren, dat van het Latijnse werkwoord liberare komt, dat weer van het Latijnse bijvoeglijke naamwoord liber
  • Nynorsk werkwoord met het achtervoegsel -ere
vervoeging
onbepaalde wijs levere
levera
tegenwoordige tijd leverer
verleden tijd leverte
voltooid
deelwoord
levert
onvoltooid
deelwoord
leverande
lijdende vorm leverast
gebiedende wijs lever
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

levere

  1. overgankelijk, ditransitief leveren, afleveren