Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • les·kof·fer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leskoffer leskoffers
verkleinwoord leskoffertje leskoffertjes

Zelfstandig naamwoord

de leskofferm

  1. een koffer met lesmaterialen over een bepaald thema
    • De prinses gaat de oudste kinderen van de basisschool leren hoe ze zonder schulden door het leven kunnen. Ze gebruikt hierbij de leskoffer die is ontwikkeld door het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). [1] 
    • In het Natuurcentrum op de Eder Heide is een fototentoonstelling ingericht van deze weinig bekende periode. Tevens heeft het Gemeentearchief Ede een leskoffer ontwikkeld voor het basisonderwijs. Zaterdagmiddag is in het Natuurcentrum aan de Groot Ginkelseweg een film te zien over de omzwervingen van de Belgen. [2] 

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad 22-04-2008 Prinses Máxima geeft les op school Nieuwkoop
  2. Reformatorisch Dagblad 05-11-2008 Ede ving in Eerste Wereldoorlog ruim 5300 Belgen op
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be