Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·rend

Werkwoord

vervoeging van: leren
verbogen vorm: lerende

lerend

  1. onvoltooid deelwoord van leren
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen lerend
verbogen lerende

Bijvoeglijk naamwoord

lerend

  1. eigenschap van iets of iemand om kennis en vaardigheden te kunnen verwerven, of bezig zijnde die te verwerven
    • Moeilijk lerende kinderen hebben vaak een lager IQ, een psychische aandoening of een ander probleem.