lemmetjeboom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lem·me·tje·boom
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Surinaams-Nederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lemmetjeboom | lemmetjebomen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de lemmetjeboom m
- (plantkunde) Citrus × aurantiifolia boom waaraan limoenen groeien
Gangbaarheid
- Het woord lemmetjeboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.