Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leid·de af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afleiden

leidde af

  1. enkelvoud verleden tijd van afleiden
    • Ik leidde af. 
    • Jij leidde af. 
    • Hij, zij, het leidde af. 


Gangbaarheid