leiboom

Nederlands

leiboom

Uitspraak

• Geluid:  leiboom    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• lei·boom

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  leiden ww  en  boom zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	leiboom	leibomen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de leiboom m

1. een boom waarvan de takken in een bepaalde richting geleid worden

   ▸ Dit alles overziend voel ik eigenlijk veel meer voor een tamme haag, bijvoorbeeld van ordentelijke appels of peren. Begin met het slaan van stevige palen waarlangs je draden spant. Een leiboom vormen is niet lastig, zolang je tenminste niet aan snoeiangst lijdt. Anders koop je leiboompjes kant en klaar. Leid de bomen langs de draden.

   ▸ Omdat de ruimte voor bomen in het openbare groen vaak beperkt is, kunnen vormbomen een oplossing bieden, meldt PPH. „Ze worden steeds meer toegepast.” Inmiddels bestaat er een uitgebreide variatie aan vormen. De leilinde is de meest bekende leiboom, maar er zijn meer boomsoorten waar van alles mee te doen is.

Hyponiemen

• leilinde

Gangbaarheid

• Het woord leiboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leiboom" herkend door:

70 %	van de Nederlanders;
61 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.