legden vast
- Geluid: legden vast (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɛɣdə(n) ˈvɑst / (3 lettergrepen)
- leg·den vast
- uit legden (werkwoord) en vast (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
vastleggen |
legden (…) vast
- meervoud verleden tijd van vastleggen
- Wij legden vast.
- Jullie legden vast.
- Zij legden vast.
- Wij legden vast.
- Het woord legden vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.