Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leg toe
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
toeleggen

leg (…) toe

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeleggen
    • Ik leg toe. 
  2. gebiedende wijs van toeleggen
    • Leg toe! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeleggen
    • Leg je toe? 

Gangbaarheid