leest voor
- Geluid: leest voor (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlest ˈvor / (2 lettergrepen)
- leest voor
vervoeging van |
---|
voorlezen |
leest (…) voor
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorlezen
- Jij leest voor.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorlezen
- Hij leest voor.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorlezen
- Leest voor!
- Het woord leest voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.