leesstuk
- lees·stuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leesstuk | leesstukken |
verkleinwoord | leesstukje | leesstukjes |
het leesstuk o
- tekst die vooral geschikt is om te lezen
- een toneelstuk alleen maar kan worden voorgelezen, maar niet gespeeld
- In 1990 volgde er nog een halfslachtige poging bij De Balie. Ook Lucas Vandervost beschouwde De fantasten aanvankelijk alleen als een leesstuk. Pas toen bleek dat het publiek minder afwijzend op de lezingen reageerde dan hij gevreesd had, besloot hij dat een echte enscenering ook mogelijk moest zijn. [2]
- Goethe schreef het niet met het oog op opvoering in de schouwburg, maar als leesstuk voor in de salon of sociëteit. Wat dat betreft is het ondanks alles een hele prestatie dat Braches' kleine clubje deze zelden gespeelde Faust-versie nieuw leven heeft ingeblazen, in een echt theater. [3]
- “Totenauberg is een leesstuk, misschien een spreekstuk, waarin geen dialoog voorkomt, maar waarin lange monologen de thema's "Heimat' en cosmopolitisme, toeristengeilheid en vreemdelingenangst, natuurverheerlijking en onmenselijkheid omspelen.” [4]
- [2] spreekstuk
- [2] speelstuk
- Het woord leesstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leesstuk" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Anneriek de Jong 15 oktober 1993 Regisseur Lucas Vandervorst over de onspeelbaarheid van Musils De Fantasten; Rechtlijnigheid is iets voor dictators
- ↑ NRC Anneriek de Jong 28 februari 1994 Faust in de geest van de studententijd
- ↑ NRC André Spoor 2 oktober 1992 De mannelijke aanmatiging van het reine denken; Totenauberg, toneelstuk over Heidegger van Elfriede Jelinek
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be