Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·den·aan·tal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ledenaantal ledenaantallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

ledenaantal o [1]

  1. aantal mensen dat lid is van een vereniging of club
     Hoe kan de NRA zo succesvol zijn? Het zit hem in ieder geval niet in het ledenaantal. Volgens de NRA zelf zijn zo'n 5 miljoen Amerikanen lid van de vereniging. Niet bijzonder veel voor een land waar bij 30 procent van de volwassenen een vuurwapen in het nachtkastje ligt.[2]
     Dit jaar hebben 41 deelnemers 149 exemplaren ingeleverd voor het NK, dat elke twee jaar wordt gehouden. Kramer merkt dat prepareren steeds populairder wordt. "Het werd altijd een beetje als oud en stoffig gezien, voor op de schoorsteenmantel bij je opa en oma. Maar je ziet een verschuiving: een dood dier in je interieur is hip. Dat merk ik aan het aantal klanten dat ik heb, aan het ledenaantal van de vereniging, aan de hoeveelheid workshops. Allemaal jonge mensen die het graag willen leren."[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Zo zet de wapenlobby het Amerikaanse beleid naar zijn hand” (Donderdag 12 oktober 2017, 20:06), NOS
  3.   Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “Priegelen op het NK Prepareren: 'Een dood dier in je interieur is hip'” (Zaterdag 18 november 2017, 07:53), NOS