• lan
vervoeging van
lannen

lan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lannen
    • Ik lan. 
  2. gebiedende wijs van lannen
    • Lan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lannen
    • Lan je? 


lan

  1. zich verspreiden: een groter oppervlak beslaan, zijn omgeving innemen/vullen