Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lam·pe·nist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lampenist lampenisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lampenistm

  1. (beroep) (verouderd) arbeider die zorgt voor het aansteken van de lampen in een bepaalde buurt of bedrijf
Vertalingen

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
41 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen