lakens
- la·kens
de lakens mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord laken
- De lakens werden op vaste tijdstippen verschoond; mijn moeder wist precies hoeveel lakens in de kast lagen en hoeveel bij de was; [1]
- lakenen (verouderd)
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen | lakense |
lakens
- (verouderd)(materiaalkunde) vervaardigd uit laken
- Op schilderijen staan ze niet meer in zwarte, lakense pakken, maar poseren ze elegant in kleurrijke kleding. [2]
- lakenen (verouderd)
- Het woord lakens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lakens" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Hemmerechts, K."Bezoek" in: De Revisor. jrg. 16 nr. 4 (augustus 1989) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam; p. 9; geraadpleegd 2015-02-12
- ↑ Bruggeman, J."Een nieuw portret van Jacob Campo Weyerman" in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. jrg. 30 nr. 1 (voorjaar 2007) Stichting Jacob Campo Weyerman, Moordrecht; p. 36; geraadpleegd 2015-02-12
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be