laborant
- la·bo·rant
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘assistent in een laboratorium’ voor het eerst aangetroffen in 1832 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | laborant | laboranten |
verkleinwoord | laborantje | laborantjes |
de laborant m
- (beroep) (scheikunde) iemand die in een laboratorium werkzaam is
- Het woord laborant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "laborant" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "laborant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ laborant op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be