Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • laad·bak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord laadbak laadbakken
verkleinwoord laadbakje laadbakjes

Zelfstandig naamwoord

de laadbakm

  1. deel van een vrachtauto of bestelauto waarin men lading kan vervoeren.
    • Dat leverde een laadvermogen van 2,3 ton op voor de 2,6 meter lange laadbak van de pick-up. 
     ‘Wil er nog iemand mee naar de bar in Grumpy Bear Resort?’ riep een oude man vanuit een pick-uptruck op de parkeerplaats voor de winkel. Ik rende naar hem toe en sprong de open laadbak in.[1]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be