kwam klaar
- Geluid: kwam klaar (hulp, bestand)
- IPA: /ˌkwɑm ˈklar/
- kwam klaar
vervoeging van |
---|
klaarkomen |
kwam klaar
- enkelvoud verleden tijd van klaarkomen
- Ik kwam klaar.
- Jij kwam klaar.
- Hij, zij, het kwam klaar.
- Ik kwam klaar.
- Het woord kwam klaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.