kwaliteitsverlies
- kwa·li·teits·ver·lies
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kwaliteitsverlies | kwaliteitsverliezen |
verkleinwoord | kwaliteitsverliesje | kwaliteitsverliesjes |
het kwaliteitsverlies o
- vermindering van de goede eigenschappen van iets; verslechtering van iets
- ▸ De Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ) zet grote vraagtekens bij de "buitensporige bezuiniging" op de omroepen en vreest kwaliteitsverlies bij de programma's. "De NVJ mist hoe het kabinet de journalistieke onafhankelijkheid wil zekerstellen", aldus omroepsecretaris Marc Visch.[1]
- ▸ Dat tweede leven voor de geleiderails zorgt voor een forse energiebesparing en past volledig in het Cradle to Cradle-principe van Michael Braungart en William McDonough. Alle gebruikte materialen krijgen na hun eerste leven een nieuw gelijkwaardig, zo niet hoogwaardiger toepassing in hun tweede leven. Zonder kwaliteitsverlies en zonder restproducten.[2]
- Het woord kwaliteitsverlies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Felle kritiek op omroepplannen” (Donderdag 6 december 2012, 19:50), NOS
- ↑ Weblink bron “Milieuwinst langs de weg eenvoudig haalbaar” (Zaterdag 30 oktober 2010, 15:29), NOS