Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwa·li·teits·norm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kwaliteitsnorm kwaliteitsnormen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kwaliteitsnormv / m

  1. de opsomming van de kwaliteitseisen waaraan een product moet voldoen
     De Opta kan TNT een boete opleggen van maximaal 10 procent van de omzet. TNT erkent dat er problemen zijn, maar zegt te voldoen aan de kwaliteitsnorm.[1]
     De kwaliteit van zorg leed flink onder de bezuinigingen en de daardoor gestegen werkdruk. Een zwarte lijst met slecht presterende verpleeghuizen verscheen en Hugo Borst kwam met zijn manifest. Het leidde tot politieke druk. Er kwam, op de valreep van Rutte II, een kwaliteitsnorm voor de personeelsbezetting en een bijbehorende structurele investering van 2,1 miljard voor de verpleeghuizen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Opta onderzoekt bezorging TNT Post” (Dinsdag 14 september 2010, 09:43), NOS
  2.   Weblink bron
    Floor Ligtvoet
    “Tekort aan zorgpersoneel: maar die grijze golf zagen we toch al lang aankomen?” (Dinsdag 26 maart 2019, 12:55), NOS