• kwak·kel·gang
enkelvoud meervoud
naamwoord kwakkelgang kwakkelgangen
verkleinwoord

de kwakkelgangm

  1. een langzame manier van voortbewegen of voortgaan
    • Verlengstukken allemaal van de kwakkelgang die VDB al inzette bij het begin van het seizoen. Tijdens de Omloop Het Volk en Kuurne-Brussel-Kuurne verschuilde hij zich veilig in het peloton. In Harelbeke, de Brabantse Pijl, de Ronde van Vlaanderen, Gent-Wevelgem en de Gold Race gaf hij gewoon simpel op. Op de vooravond van de Waalse Pijl was er dan eindelijk eens een originele uitvlucht: VDB had koorts, en een virale infectie kreeg alle schuld. Frank mocht uitzieken, met engelengeduld de hand boven het hoofd gehouden door papa Hilaire, goeie ziel die hem laatste kans na laatste kans gunde. Wanneer nu ook diens geduld op de bodem zit, zou het einde van een grillige carrière wel eens zeer nabij kunnen zijn. [1] 
    • Zeker is dat Yves Leterme als premier nooit voldoende leiderschap kon ontwikkelen om een minimum aan vertrouwen te creëren dat nodig was om het lastige communautaire gesprek tot een succes te maken. De kwakkelgang van het kabinet Leterme I op andere thema's heeft dat voldoende bewezen. De reden daarvoor lag vooral bij de partijpolitieke ambities van de meerderheidspartijen. [2] 
76 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]
  1. De Standaard 07 JUNI 2006 OM 00:00 UUR | (pdk), Ploegleiding stelt Frank Vandenbroucke ultimatum
  2. De Standaard 6 JULI 2008 ALS ZE MAAR MUIZEN VANGT
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be