• kvit
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord hvítr.

kvit

  1. (kleur) wit
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud kvit kvitere kvitest
o enkelvoud kvitt
meervoud kvite
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
kvite kvitere kviteste


  • kvit
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord hvítr.

kvit

  1. (kleur) wit
    «Mange dyr er heilt eller delvis kvite
    Veel dieren zijn geheel of gedeeltelijk wit.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud kvit kvitare kvitast
o enkelvoud kvitt
meervoud kvite
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
kvite kvitare kvitaste