Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • kve·ler
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 10193

Werkwoord

kveler

  1. tegenwoordige tijd van kvele
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kveler     kveleren     kvelere     kvelerne  
genitief   kvelers     kvelerens     kveleres     kvelernes  

Zelfstandig naamwoord

kveler

  1. een persoon die doodt door wurgen van zijn slachtoffer
  2. een dier dat doodt door wurgen van zijn slachtoffer
Afgeleide begrippen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • kve·ler

Werkwoord

kveler

  1. tegenwoordige tijd van kvele