• kunst·nar
  • Afkomstig van het Middelnederduitse woord "kunstener" (= kunstenaar).
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kunstnar     kunstnaren     kunstnarar     kunstnarane  

kunstnar, m

  1. (beroep) artiest, kunstenaar (mannelijke vormen)
  2. (beroep) artieste, kunstenares (vrouwelijke vormen)
  3. (figuurlijk) persoon die uitzonderlijk bekwaam is in zijn vakgebied (b.v. een levenskunstenaar)
  • [1-2]: vere ein kunstnar i faget sitt
een kunstenaar in zijn vak zijn
  • [1-2]: vere ein stor kunstnar
een grote kunstenaar zijn