• ku·ba·ner
  • Noorse zelfstandig-naamwoordsvorm met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 47575
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kubaner     kubaneren     kubanere     kubanerne  
genitief   kubaners     kubanerens     kubaneres     kubanernes  

kubaner, m

  1. (demoniem) Cubaan (mannelijke vorm)
  2. (demoniem) Cubaanse (vrouwelijke vorm)