kruisbloemigen
- Geluid: kruisbloemigen (hulp, bestand)
- IPA: / krœyzˈbluməɣə(n) / (4 lettergrepen)
- kruis·bloe·mi·gen
- kruisbloemige zn met de uitgang -en
de kruisbloemigen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kruisbloemige
- meervoudsvorm als officiële benaming (plantkunde) Brassicaceae of Cruciferae, plantenfamilie waaruit veel wintergroenten komen
- Het woord 'kruisbloemigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.