kritiseren
- Geluid: kritiseren (hulp, bestand)
- kri·ti·se·ren
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘kritiek leveren op’ voor het eerst aangetroffen in 1698 [1]
- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kritiseren |
kritiseerde |
gekritiseerd |
zwak -d | volledig |
kritiseren [3]
- overgankelijk bekritiseren, kritiek uitoefenen op
- Het woord kritiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kritiseren" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "kritiseren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kritiseren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be