Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord krijn
verkleinwoord krijntje krijntjes

Zelfstandig naamwoord

het krijno

  1. (meubel) haarachtig vulsel voor kussens van banken en stoelen
Vertalingen

Gangbaarheid

30 % van de Nederlanders;
23 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen