• kreu·nend
vervoeging van: kreunen
verbogen vorm: kreunende

kreunend

  1. onvoltooid deelwoord van kreunen
    • Na het ontploffen van de bomgordel lag de man kreunend op de grond. De agent probeerde hem nog te redden door een slagader in zijn dij dicht te drukken. Ondanks de reanimatiepoging overleefde de zwaargewonde terrorist de rit naar het ziekenhuis niet. [1] 
stellend
onverbogen kreunend
verbogen kreunende
partitief kreunends

kreunend

  1. eigenschap van een geluid dat hoort bij inspanning, pijn of genot
    • De strijd tussen Azarenka en Sharapova, twee van de luidst kreunende tennissters van het vrouwencircuit, heeft nog een extra tintje. De winnares mag zich de nieuwe nummer één van de wereld noemen. [2] 
    • In China is een baby, die door artsen was doodverklaard, kort voor zijn crematie weer ontwaakt. Het jongetje had al 15 uur bij een temperatuur van min 12 graden Celsius in een mortuariumvriezer gelegen. Terwijl medewerkers van een uitvaartcentrum al bezig waren het kindje voor te bereiden voor het afscheid, begon de baby opeens kreunende geluidjes te maken. Artsen spreken van een wonder, zo melden Chinese en andere internationale media. [3] 
    • Op de beelden van de televisie is te zien hoe een man en een vrouw kreunend seks hebben op een bed. Volgens Portugese media waren de beelden minutenlang te zien. [4]