Nederlands

 
Een halssnoer met kralen van groen glas
Uitspraak
Woordafbreking
  • kra·len
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

kralen

  1. met kralen vervaardigd

Zelfstandig naamwoord

de kralenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kraal

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be