koppelaarster
- kop·pe·laar·ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koppelaarster | koppelaarsters |
verkleinwoord |
de koppelaarster v
- (beroep) vrouw die een huwelijk arrangeert
- ▸ Wat bent u toch een koppelaarster, ma tante.[2]
- ▸ Geld voornaamste drijfveer De grote tragiek uit Bernhards leven, vindt de schrijfster, is de keuze die hij op zijn vijfentwintigste maakt. Van harte gesteund door zijn moeder, met een tante als koppelaarster weet hij een verpletterende indruk te maken op Juliana. Voor wie wanhopig een man werd gezocht.[3]
- ▸ "In de afgelopen twintig jaar is de markt voor mannen veel lastiger en competitiever geworden", aldus professioneel koppelaarster Yoko Itamoto.[4]
- vrouw die een bordeel houdt
- Het woord koppelaarster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron “'Bernhard was feitelijk wèl een gewezen nazi'” (08-03-2010), NOS
- ↑ Weblink bron “Op tekenles zien Japanse mannen eindelijk een naakte vrouw” (08-06-2015), NOS