• kop·loos
  • afgeleid van kop met het achtervoegsel -loos
stellend
onverbogen koploos
verbogen koploze
partitief koploos

koploos

  1. zonder kop
    • Als je koploze spijkers gebruikt hoef je de lelijke kop niet weg te werken. 
80 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be