koopvacuüm
- Geluid: koopvacuüm (hulp, bestand)
- koop·va·cu·um
- samenstelling van kopen ww en vacuüm zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koopvacuüm | koopvacuüms koopvacua |
verkleinwoord |
het koopvacuüm o
- (economie) periode van economische onzekerheid waarin mensen weinig aankopen doen
- ▸ De detailhandel heeft last van een 'koopvacuüm'. Consumenten houden de hand op de knip uit onzekerheid over de eigen toekomst en die van de wereldeconomie.[1]
- Het woord koopvacuüm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Consument geeft alleen nog geld uit aan eten” (12-05-2011), Tubantia