Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kont·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het kontjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kont
     Dan ontdekken we onze eerste wisent, zwiepend met zijn lange staart met kwastje. (…) Achter de heuvel graast de kudde, kastanjebruin in de middagzon. Kolossale dieren, met een klein kontje, brede schouders, een flinke vetbult als bochel op de hoge rug en fraaie, gekromde horens.[1]
     Hiphopmerken werken graag met vrouwen zoals ik. Het maakt niet uit of je maatje 40 hebt en je hoeft geen strakke buik of een klein kontje te hebben.[2]
  2. dim. tant. (figuurlijk) (voeding) uiteinde dat niet wordt gegeten of bereid als de rest
     Als je een paar schoteltjes maakt die op kamertemperatuur gegeten worden, dan zie je jezelf vorderen – de tuinboontjes met komijn, de wortel met citroensap, oranjebloesemwater en munt, de doperwtjes met een in stukjes gehakt kontje serranoham, het is allemaal zo klaar en meteen lekker.[3]
    1. bij groente of fruit de overgang naar steel of wortels
       Snijd het kontje van de courgettes.[4]
       Snij het kontje van de venkel en het bovenste gedeelte van de stelen.[5]
       Haal punt en kontje van de bonen af.[6]
    2. overgebleven uiteinde van een worst
       Want ‘we’ gooien gemiddeld wel veertig kilo voedsel per persoon per jaar weg, sommige bronnen zeggen zelfs: wel vijftig kilo. () Maar denk eens aan alle beschimmelde boterhammen, de restjes die achter in de ijskast uit het zicht zijn gaan staan bederven, de verschrompelde worteltjes en slappe bleekselderie uit de groentela, de halve blikjes tomatenpuree, de uitgelopen uien en aardappelen, de restjes slagroom en zure room die naar kaas zijn gaan ruiken, de boter die naar kaas is gaan ruiken, de kaas die een zweterige korst is geworden, de muffe amandelen, het kontje worst waar een zure lucht aan hangt, de drie plakjes lichtgroene ham, de glazig geworden gekookte aardappelen, de keiharde ontbijtkoek of de koekjes die slof zijn geworden in de trommel.[7]
    3. bij in plakken gesneden brood of gebak: elk van de uiteinden die grotendeels uit korst bestaan
       Geen verspilling zo erg als voedselverspilling. Of het nu verkeerd inkoopbeleid in de horeca of dat laatste kontje brood in de broodtrommel is, het is doodzonde en schandalig als je bedenkt dat elders mensen sterven van de honger.[8]
  3. dim. tant. (metonymisch) behulpzame duw tegen het achterste
    1. van iemand die iets beklimt
       Om vier uur klimt Het Ruime Sop met dertig man het podium op, hier en daar wordt een kontje gegeven. Het shantykoor moet groter „en vooral jonger”.[9]
    2. (sport) van wielrenners
       De wielrenner in een koers is openbaar bezit. Mensen rennen met hem mee, in duivelspak, gooien water over hem heen. Ongevraagd zitten ze aan zijn billen als ze hem een kontje geven.[10]
    3. (figuurlijk) ondersteuning bij het bereiken van een doel
       Het doel van het spel is dat werkloze jongeren hun kans op een baan vergroten. Ze doen dit door opdrachten uit te voeren waarmee ze hun cv aantrekkelijker maken. Hierdoor verdienen ze punten, waarmee ze in een online winkel zaken kunnen kopen die hun carrière een kontje geven. Denk aan een sollicitatietraining, een meeloopstage of een ontmoeting met de directeur van een groot bedrijf.[11]
       Hij pleit voor een sterke overheid, die vooral ook dienstbaar is aan mensen die “een kontje” nodig hebben in het leven.[12]
  4. (metonymisch) duw met het achterste
     Vorige week zag ik Kamerleden van het CDA en de Partij voor de Dieren elkaar in de wandelgangen al met een kontje begroeten.[13]
     Arne: „Soms stonden er zoveel rond mijn microfoon dat ik ze maar heb laten zingen. Maar één gast die alleen maar stond te grunten, heb ik wel even een kontje gegeven. Zo van: wegwezen jij!”[14]
Synoniemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[15]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Marion de Boo
    “Duinplantjes profiteren van wisent” (23 juli 2009) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Saul van Stapele
    “Nederlandse meisjes willen ook dansen in hiphopclips: ‘Met je billen naar de camera’” (17 februari 2007) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Marjoleine de Vos
    “Dineren? Nee! Hapjes? Ja!” (6 januari 2007) op nrc.nl  
  4.   Weblink bron
    Janneke Vreugdenhil
    “Dit is een nogal romantisch gerecht” (9 september 2020) op nrc.nl  
  5.   Weblink bron
    Roos Ouwehand
    “Hoog op smaak” (29 mei 2013) op nrc.nl  
  6.   Weblink bron
    Annelène van Eijndhoven
    “Viscurry en snijbonen” (10 april 2008) op nrc.nl  
  7.   Weblink bron
    Marjoleine de Vos
    “Zin in zuinig zijn” (15 oktober 2011) op nrc.nl  
  8.   Weblink bron
    Sam de Voogt
    “Thuiskok. In gevecht tegen verspilling” (4 juli 2016) op nrc.nl  
  9.   Weblink bron
    Peter de Krom & Astrid van Rooij
    “Vrij zijn is...zingen in een shantykoor” (20 september 2018) op nrc.nl  
  10.   Weblink bron
    Jos Koter
    “De dopingzondaar verdient geen straf” (28 mei 2013) op nrc.nl  
  11.   Weblink bron
    Ties Joosten
    “Online gamen voor een baan” (27 maart 2015) op nrc.nl  
  12.   Weblink bron
    Petra de Koning
    “Oud-Kamerlid Van Zijl: PvdA te stil over dreigende tweedeling” (7 november 2014) op nrc.nl  
  13.   Weblink bron
    Tom-Jan Meeus
    “Als het virus nationale zelfbeelden vernietigt” (12 maart 2020) op nrc.nl  
  14.   Weblink bron
    Frank Provoost
    “De professor doet een potje pogo” (30 mei 2018) op nrc.nl  
  15.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be