• kom bin·nen
vervoeging van
binnenkomen

kom binnen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenkomen
    • Ik kom binnen. 
  2. gebiedende wijs van binnenkomen
    • Kom binnen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenkomen
    • Kom je binnen?