kokkelzaad
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kokkelzaad (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kok·kel·zaad
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kokkel en zaad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kokkelzaad | kokkelzaden |
verkleinwoord | kokkelzaadje | kokkelzaadjes |
Zelfstandig naamwoord
het kokkelzaad o
- (dierkunde) eieren of jonge kokkelschelpen (die men soms op banken uitzaait)
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'kokkelzaad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.