Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • koe·ma·pa·roe
enkelvoud meervoud
naamwoord koemaparoe koemaparoes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

koemaparoe

  1. (straalvinnigen) Cichlasoma bimaculatum   een straalvinnige vissensoort uit de familie van de cichliden ( Cichlidae  ). De vis komt van nature voor in noordelijk Zuid-Amerika, vanaf de Caroni   in Venezuela tot de Sinnamary   in Frans-Guyana; daaronder ook Suriname. Daar komt de soort onder andere in het Brokopondostuwmeer voor
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie