knoei
- knoei
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knoei | - |
verkleinwoord | - | - |
de knoei m
- ongewenste toestand als gevolg van menselijk toedoen
- ▸ Geruchten over het alcoholisme van Gift Of Gab -waarover hij meesterlijke gerapt heeft -gingen rondzingen en de woordkunstenaar bleek volgens insiders inderdaad weer danig in de knoei.[1]
- in de knoei
- in de knoei komenproblemen krijgen
- ∗ De damestoiletten zijn ruim, zodat vrouwen niet in de knoei komen met hun grote gewaden.[2]
- in de knoei rakenin ernstige problemen belanden
- ∗ In de eerste helft al maakte hij 21 punten en kreeg in totaal drie applauswissels van zijn coach. Geen wonder ook, want zonder Johnson's inspiratie zou de landskampioen behoorlijk in de knoei zijn geraakt.[3]
- in de knoei zittenernstige problemen hebben
- ∗ Zowel zijn moeder als zijn vader zag het eerste eindexamen van de familie dichterbij komen, dus hij zat vreselijk in de knoei.[4]
vervoeging van |
---|
knoeien |
knoei
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knoeien
- Ik knoei.
- gebiedende wijs van knoeien
- Knoei!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knoeien
- Knoei je?
- ▸ Ik spetter met saus de keuken onder en ik knoei op mijn shirt; dat gaat er niet meer uit.[5]
- Het woord knoei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knoei" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ Weblink bron Nanne Tepper“Luisteren” (4 mei 2002) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Susan Nortier“Afscheid van de dode met eigen rituelen” (6 februari 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Joop Vernooy“Basketbalploeg van Den Bosch op tijd hersteld” (3 april 1986) op nrc.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Weblink bron Mark Scholz“Een Dag Uit Mijn Leven (de musical)” (16 februari 2010) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be