knit
Naar frequentie | 3262 |
---|
knit
- onovergankelijk overgankelijk, (textiel) breien
- «She was knitting a sweater.»
- Ze was een trui aan het breien.
- «She was knitting a sweater.»
- overgankelijk fronsen
- overgankelijk samensmeden, verweven
- onovergankelijk aaneengroeien, een geheel worden, samengroeien