knager
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kna·ger
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van knagen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knager | knagers |
verkleinwoord | knagertje | knagertjes |
Zelfstandig naamwoord
de knager m
- iemand die knaagt
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van knaagster
Gangbaarheid
- Het woord knager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.