klopte uit
- Geluid: klopte uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈklɔptə ˈœyt / (3 lettergrepen)
- klop·te uit
vervoeging van |
---|
uitkloppen |
klopte (…) uit
- enkelvoud verleden tijd van uitkloppen
- Ik klopte uit.
- Jij klopte uit.
- Hij, zij, het klopte uit.
- Ik klopte uit.
- Het woord klopte uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.