klink af
- klink af
vervoeging van |
---|
afklinken |
klink (...) af
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afklinken
- Ik klink af.
- gebiedende wijs van afklinken
- Klink af!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afklinken
- Klink je af?
- Het woord 'klink af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.