• klik·hit
enkelvoud meervoud
naamwoord klikhit klikhits
verkleinwoord

de klikhitm

  1. (media) link op een internetpagina die vaak aangeklikt wordt
     Een reclamefilmpje van een Deense busmaatschappij is een klikhit geworden op YouTube. Ruim een half miljoen mensen hebben de originele Deense versie van het filmpje op YouTube bekeken, schrijft de krant Jyllands Posten. Met de Engelse en de ondertitelde versie daarbij opgeteld, komt het kijkersaantal op 1,2 miljoen uit.[1]
     Nepthuiswerkers maken klikhit van Nieuw-Zeelandse raadsvergadering[2]
     'Devil Baby Attack' klikhit op YouTube[3]
  1.   Weblink bron “Deense busreclame klikhit YouTube” (Woensdag 19 september 2012), NOS
  2.   Weblink bron “Nepthuiswerkers maken klikhit van Nieuw-Zeelandse raadsvergadering” (Vrijdag 24 september 2021), NOS
  3.   Weblink bron “'Devil Baby Attack' klikhit op YouTube” (Donderdag 16 januari 2014), NOS