klemblaar
- klem·blaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klemblaar | klemblaren |
verkleinwoord | klemblaartje | klemblaartjes |
de klemblaar v
- (medisch) blaar die ontstaat door te grote druk op de huid
- ▸ Het enige nadeel van dit superieure merk is dat de schroefcapsule geen reliëf heeft waar de vingers vat op krijgen, en al helemaal niet als ze vochtig zijn van de ijsblokjes. Ook mijn droge vingers redden het zelden zonder klemblaar.[2]
- Het woord 'klemblaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014