kleis
- kleis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleis | kleizen |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) (voeding) vleesballetje, deegbal, matsebal
- (Jiddisch-Hebreeuws) iemand die futloos of onbenullig is
- Het woord 'kleis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.