Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kle·ding·lijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kledinglijn kledinglijnen
verkleinwoord kledinglijntje kledinglijntjes

Zelfstandig naamwoord

de kledinglijnv / m

  1. (kleding) een serie aanverwante kledingstukken die door één fabrikant worden geproduceerd
    • De producent liet de kleding voor zijn kledinglijn maken onder verantwoordelijke omstandigheden. 

Gangbaarheid