klapschakelaar
- klap·scha·ke·laar
- samenstelling van klap en schakelaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klapschakelaar | klapschakelaars |
verkleinwoord | klapschakelaartje | klapschakelaartjes |
de klapschakelaar m
- een schakelaar die reageert op het geluid van een klap.
- Met slechts een klap in de handen schakelde de klapschakelaar de lamp aan.
- Het woord 'klapschakelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.